De engel Gabriël boodschapt Maria

Maria is alleen in de kamer van het huis van haar vrienden. De vrouwen zijn naar de markt gegaan. De gezellinnen zijn naar het huisje gegaan om linnen dat klaar is, in de kasten te bergen, want de bruiloft zal nu heel gauw komen. Het is of Maria steeds meer naar God getrokken wordt. Zij kan steeds minder aandacht hebben voor het bruiloftsfeest, met veel gerucht en veel drukte. Maria houdt van de stilte, omdat ze dan aan God kan denken. Het is nu stil in huis, zo stil, dat Maria bidden moet. Zij knielt op de grond, sluit haar ogen en zingt met haar gedachten en verlangen in God.

En dan plotseling verschijnt voor haar ogen een licht, zo fel, dat Maria verschrikt haar ogen opent. Voor haar staat een schitterende gestalte, een van de schoonste van Gods Engelen, zichtbaar, glanzend, stralend van heerlijkheid. En dan gaat de Engel spreken: „Weest gegroet, Maria, gij zijt vol van genade. De Heer is met U."

De engel Gabriël boodschapt Maria

Maria is verschrikt en verbaasd over die groet en zij vraagt, wat deze groet toch wel betekent en dit bezoek. Zij is toch maar een heel eenvoudig meisje, de bruid van Jozef de timmerman. „Vreest niet, Maria," zegt de Engel, „want ge hebt genade gevonden bij God." De Engel wil haar geruststellen. „Waarom zoudt ge nog vrezen, Maria, want de allerhoogste uitverkiezing die ooit een mens van God kreeg, valt U ten deel. Vreest dus niet. Ziet gij zult in uw schoot ontvangen en een Zoon baren en gij zult Hem Jezus noemen. Hij zal groot zijn en de Zoon van de Allerhoogste genoemd worden. God de Heer zal Hem de troon van zijn vader David geven. Hij zal Koning zijn over het huis van Jacob in eeuwigheid en aan Zijn Koninkrijk zal geen einde komen." Wat hoorde Maria voor wonderlijks: Deze over wie de Engel spreekt, dat was de Messias, de langverwachte Verlosser. Maar hoe kon Hij háár Zoon zijn. Zij is wel de bruid van Jozef, maar niet zijn vrouw. Jozef en Maria wilden beiden ook in het huwelijk maagd blijven voor God en geen kinderen hebben, maar met hun ziel en lichaam alleen God behoren. Hoe kon zij dan een kind krijgen? En Maria vraagt aan de Engel: „Hoe kan dit gebeuren, daar ik geen man heb," en zij bedoelt daarmee en ook niet wil hebben voor God. En dan zegt de Engel, die weet van God, dat hij spreekt tot de Maagd der Maagden en tot de Bruid van de Heilige Geest: „De Heilige Geest zal over U neerdalen. Daarom zal wat uit U geboren wordt heilig zijn en de Zoon van God genoemd worden." Het kind van Maria zal de Zoon van God zijn. Dus niet van een aardse man.

Maria huivert. Hoe kan zij deze uitverkiezing waardig zijn? De Engel spreekt verder en vertelt over Elisabeth aan Maria. Maria's oudere nicht, die geen kinderen heeft gehad in de jaren dat zij jong was, zal nu nog een zoon krijgen in haar ouderdom. En zij is al zes maanden in verwachting, hoewel iedereen haar onvruchtbaar noemde. „Bij God is niets onmogelijk," zegt de Engel. Het brengt Maria weer tot de werkelijkheid terug, deze boodschap over Elisabeth. Nauwelijks kan Maria op dat ogenblik beseffen, wat het zeggen wil: Moeder van de Verlosser te worden. Maar zij begrijpt: God vraagt het mij. De Langverwachte zal komen door haar medewerking. En vol vreugde en vurigheid zegt Maria: „Zie hier, de dienstmaagd van God, het moet gebeuren, zoals gij het mij hebt gezegd". Dan kijkt Gabriël nog even met diepe eerbied naar de Moeder van God, zodat hij de engelen van haar zal kunnen vertellen en verdwijnt dan naar God met Maria's antwoord.

Het wordt heel donker in de kamer. Daar ligt nu geknield vanaf datzelfde ogenblik de Moeder van God, door de ogenblikkelijke inwerking van de Heilige Geest. Zij verwacht de Verlosser. Zij zal hem dragen in haar lichaam, totdat Hij zal geboren worden. Maria is een en al overgave aan haar God, die dit in haar heeft uitgewerkt. Als gewoon mens kan zij haast niet beseffen, wat er gebeurd is, maar de volheid van de Heilige Geest in haar laat haar zien, dat de aarde zich zal openen en de Verlosser gaat ontspruiten. En Maria's hart jubelt een danklied.

Als de andere vrouwen terugkeren en levendig vertellen over wat zij gezien hebben, is Maria zo stil en toch zo stralend, dat iedereen ongemerkt stiller wordt. Misschien zijn hun zielen er gevoelig voor, dat zij zijn in tegenwoordigheid van de Moeder van God.

Als God van jou iets vraagt, zeg je dan ook graag: Ja God, zoals U wilt, zo wil ik ook?