Het huisje in Nazareth

Jozef had nu een bruid en volgens het joodse gebruik zou er nu een huis voor hem worden klaargemaakt. En dan zou Jozef zijn bruid gaan afhalen en meenemen naar hun nieuwe huis en er zou bruiloft gevierd worden. Omdat Jozef timmerman was in Nazareth en Maria dus naar Nazareth zou gaan, besloot de hogepriester, dat zij nu uit de tempel weg zou gaan en zolang zou gaan wonen bij goede vrienden in Nazareth, die de bruid zolang zouden huisvesten tot de bruiloft gevierd werd. De hogepriester gaf Maria twee gezellinnen mee, die voor haar zouden zorgen tot de bruiloftsdag, die haar zouden helpen allerlei kleren en linnengoed te maken als uitzet voor de bruid. Ze kreeg een hele rol linnen mee van de tempelvrouwen, waaraan zij zelf vlijtig geweven had. Er ging een trouwe reisgezel mee om de vrouwen en al de bepakking te begeleiden en zo verliet Maria de tempel.

Zij zou er graag gebleven zijn. Het was er goed, zo dicht in Gods tegenwoordigheid. Je kon er zoveel bidden en het was er zo stil en rustig. Maar Maria deed graag wat God van haar verwachtte en zij ging blijmoedig, nadat zij de zegen van de hogepriester had gekregen en de achterblijvende vrouwen haar nawuifden. Niemand had het vermoeden, dat zij ging om nu weldra de Moeder van God te worden. Maria zelf wel het allerminst. Ze dacht er alleen maar aan, dat ze nu niet meer zo vaak over de Verlosser zou horen spreken en dat deed haar verdriet. Zij zou alles wat zij gehoord had, steeds blijven overwegen en zo niets vergeten en zo blijven bidden: „Kom toch Heer, kom ons verlossen".

Het was een lange reis naar Nazareth. De weg was bergachtig en het ging te voet, maar het gezelschap bleef vol goede moed. Maria was blijmoedig en wie bij Haar was, voelde zich gelukkig. Daarbij was zij nu nog de bruid en wie is niet graag bij de bruid, zeker als ze een van de liefste meisjes van de aarde is?

In Nazareth werd Maria met blijdschap begroet; het waren goede vrienden van haar ouders en zij hadden van Maria's deugdzaamheid gehoord. Zij wilden nu graag voor haar zorgen, totdat Jozef, haar bruidegom, haar zou komen halen. Maria's verwanten wezen haar het huisje, dat Jozef had gekocht en dat hij nu vlijtig aan het inrichten was voor zijn bruid. Jozef die timmerman was, kon alles zelf. Hij maakte de tafel en de stoelen, de kast en de bedden. Een gedeelte van het huis zou de werkplaats zijn en daar in de hoek zou de vuurpot staan, waarop Maria het eten zou koken, zo bepaalde Jozef het. Wie dacht er toen aan, die Jozef zo bezig zag, dat hij een huisje inrichtte voor God de Zoon zelf? Dat dit het paleis zou zijn voor de grote Messias? Het was voor de mensen alleen maar een aardig klein huisje van Jozef de timmerman, die Maria tot bruid had gekregen. Zelfs Maria, die ijverig naaide en zoomde, kon in dat huisje nog niet Gods woning zien. Maar het zou niet lang meer duren, voordat alles aan haar geopenbaard zou worden. En Maria's verlangen naar de Verlosser werd steeds vuriger.

Jozef deed alles om zijn huis zo mooi mogelijk te maken voor Maria. Maak jij voor Maria en Jozef in deze advent een mooi huis van je ziel.