Johannes wordt geboren

Dan zijn de dagen van de verwachting van Elisabeth verlopen. Het uur is gekomen. In de morgen van een prachtige dag wordt een zoontje geboren. Maria is vlijtig in de weer met nog andere vrouwen. Het kindje wordt fris gewassen en in warme doeken gewikkeld en dan wordt Zacharias geroepen. Maria houdt dit kind het eerst in haar armen. Hij die de afgezant van haar Zoon zal zijn. Zacharias komt aanlopen met de opgewonden vrouwen die hem gewaarschuwd hebben. Hij neemt zijn zoon in zijn armen en schreit van vreugde, hij zou willen spreken, maar zijn tong is nog gebonden. Hij geeft het kindje terug aan Maria die het weer inwikkelt en het in zijn wiegje legt. Zacharias knielt voor het rustbed van Elisabeth en in hun ouderdom schreien ze samen om wat God aan hen heeft gedaan. Elisabeth hoopt vurig, dat Zacharias nu van zijn stomheid zal worden verlost, maar God laat hem nog zwijgen totdat hij voor de priester die het kind besnijden zal, openlijk zal getuigen dat dit geen gewoon kind is, maar een door God gezonden. Zijn eerste woorden zullen profetische woorden zijn.

Maria en Elisabeth kunnen het kindje maar niet genoeg bewonderen, vooral Maria moet er zoveel naar kijken. Zal hij de profeet zijn die haar Zoon zal voorafgaan? En Maria bidt maar.

Het wordt de achtste dag. Een grote plechtigheid gaat plaatsvinden: de besnijdenis. De tafel waarop het kindje gelegd wordt, wordt bedekt met een witte doek, er is een wasbekken voor de priester en er staat een stoel gereed voor de profeet Elias die nooit gestorven is en die volgens Joodse gedachten aanwezig is, als er iets gewichtigs gaat gebeuren. Het kindje rust in Maria's armen en Elisabeth zit op een bank erbij. Zij is nog moe, al is zij ook nog zo gelukkig, dat haar zoon zal worden opgenomen onder de zonen van de belofte, zoals God het aan Abraham gezegd had. De priester komt plechtig binnenschrijden. Hij is prachtig gekleed voor deze gelegenheid. Vol van kleuren en gouddraad is zijn bovengewaad. Een van de vrouwen rijkt hem het bekken en een linnen doek. Dan zegt hij plechtig: „Hoe zal dit kind heten?" En omdat Zacharias niet kan spreken antwoordt Elisabeth: „Johannes zal hij heten". Maar de priester twijfelt aan deze woorden, want er is niemand in de familie die deze naam draagt. Hij kijkt aarzelend naar Zacharias en hij reikt hem gauw een lei en schrijfstift toe, zodat hij de naam zal kunnen schrijven. En dan schrijft hij: „Zijn naam is Johannes". En als deze beslissing gevallen is en dit kind zijn naam voor de gehele wereld heeft gekregen, de naam die God hem heeft toebedacht, dan raakt Zacharias' tong los en hij begint God te prijzen in profetische woorden die niet van hemzelf, maar van God komen. Hij prijst God die Zijn volk heeft bezocht, want de Messias gaat komen die Hij eeuwen geleden beloofd heeft volgens het Heilig Verbond dat Hij sloot met Vader Abraham, zodat allen Hem kunnen gaan dienen, zoals het eens bedoeld was, vroom en rechtschapen. „En gij kleine knaap", zegt hij tot het zoontje, „zult profeet van de allerhoogste genoemd worden, want gij zult uitgaan voor de Heer om Zijn weg te bereiden, om Zijn volk voor te bereiden op het heil, dat gaat komen: de vergiffenis van onze zonden".

Elisabeth's hart is opgesprongen bij die woorden: haar zoon de profeet die aan de Messias zal voorafgaan. Zij strekt haar handen naar het kindje uit en Maria legt het erin. Elisabeth kust heel eerbiedig het kleine voorhoofd en geeft het kleine kindje terug, dat van niets weet, maar vervuld is van de Heilige Geest van voor zijn geboorte af. Even daarna klinken zijn kreten als de priester hem inlijft bij de zonen van Abraham. Het was maar een uiterlijke vervulling van de wet van God, want God had dit kind al voor zijn geboorte hoog boven alle zonen van Abraham verheven. Maria verzorgt het kindje en legt het terug in zijn wiegje.

Er wordt wijn rondgediend voor de gasten, maar Zacharias weigert. Hij denkt aan wat de engel naast het reukaltaar zei: „Hij zal geen wijn noch sterke drank drinken, hij zal vanaf de schoot van zijn moeder vervuld zijn van de Heilige Geest en daarom zal hij in staat zijn de grote taak te vervullen: het volk te bekeren, zodat zij de Messias zullen ontvangen en herkennen".

De gasten gaan al gauw weg. Zij voelen dat dit een te grootse gebeurtenis is om uitbundig te feesten. Als de ouders met Maria eindelijk alleen zijn rond de wieg van Johannes de boetgezant, vertelt Zacharias heel uitvoerig over alles wat hem in de tempel gebeurde en wat de engel zei over het kind. En met schaamte bekent Zacharias zijn ongelovigheid, waarvoor hij zo duidelijk gestraft werd. Dan zwijgen ze en hun zwijgen wordt vanzelf bidden. Daat zit de Moeder Gods die haar Zoon in de schoot draagt en vervuld is van de Heilige Geest. Daar ligt in het wiegje de grootste profeet door God in de wereld gezonden. En dan nog de ouders die deze kinderen mogen voortbrengen. Tussen hen zweeft Gods geest en een heir van Engelen.

Bidt tot Sint Jan den Doper, dat hij je ziel zal toebereiden op Jezus komst. God heeft hem daartoe bijzonder geroepen.