Jozef gaat het bedje maken
En al die maanden was Jozef alleen. Hij miste Maria heel erg, vooral de eerste dagen, maar daarna waren zijn gedachten vervuld van wat hij zou kunnen doen, voordat Maria terug kwam. De wingerd voor het huis groeide heel sterk en Jozef besloot een latwerk te timmeren als prieel, zodat Maria daar 's zomers in de schaduw zou kunnen zitten van de brede wingerdbladeren. Het zou zomer zijn voordat Maria terug kwam. Dan timmerde Jozef een duivenkooi waarin de twee witte duiven die altijd door Maria gevoerd werden, zouden kunnen nestelen en dan zou er al gauw een hele vlucht jonge duiven rond Maria zijn en ..... rond het kind. Ja, het kindje dat zou nu ook gauw komen. Eigenlijk had Jozef de zorgen daarvoor willen uitstellen tot Maria terug was.
Maar hij zou vast een bedje kunnen maken, dat kon Maria toch niet doen. Jozef gaat kijken achter het huis, waar hij onder een open bergplaats het hout bewaarde dat hij in voorraad heeft. Er ligt allerlei hout, maar niets vindt Jozef mooi genoeg voor het bedje van Maria's zoon, de Verlosser.
Ik zal even naar Nathan, de houtkoopman, gaan, denkt Jozef. En onderweg denkt hij al aan een ceder, de prachtigste boom in het Joodse land, die rechtop rijzen op de bergen van Libanon. Jozef bidt: „Heer ik zou graag voor de Messias een bedje maken van cederhout". Maar cederhout is duur. Gelukkig is Nathan thuis. Nathan groet Jozef vriendelijk. Jozef is een goede klant en hij betaalt al zijn schulden en is altijd eerlijk. „Nathan," zegt Jozef, „ik zou heel graag wat cederhout hebben maar het moet niet al te duur zijn." En Nathan die Jozef graag mag, heeft een buitenkansje. Eigenlijk had hij willen proberen er veel geld uit te slaan, maar het is net of de lust hem vergaat nu Jozef vragend voor hem staat. „Ik heb een buitenkansje Jozef," zegt hij in de handen wrijvend over zijn eigen gulheid. „Eergisterennacht is tijdens dat verschrikkelijke onweer een ceder geveld op het land van Jacob, de wijngaardenier. Ik kon het hout goedkoop kopen. Morgen worden de stukken van de boom hierheen gesleept. Je kunt het hout hebben." En hij noemt de prijs. Jozef is opgelucht. Dat kan hij betalen en de koop wordt direct gesloten.
Morgen zal de sleper de gezaagde stukken afleveren. Naar huis gaande dankt Jozef God voor het geschenk van deze boom, die Hijzelf met zijn bliksem velde. De volgende dag werden de planken afgeleverd. Prachtig glanst het hout en wat is het zacht. Er zit meer dan een bedje in, ziet Jozef met geoefend timmermansoog. Hij zou direct willen beginnen, maar eerst moet de kist voor Zacheus af met het vele uitsteekwerk. Jozef gaat geduldig verder met dit werk. Hij wist zich af en toe het zweet van het voorhoofd. Hij gunt zich geen tijd om te gaan drinken en Maria is er niet om hem iets te gaan brengen. Maar Jozef klaagt niet. Hij is het voorbeeld van alle werklieden, die geduldig hun zware arbeid doen.
Dan wordt er op de deur geklopt. Zacheus stapt binnen. Hij is een rijke Jood en hij ziet een beetje neer op Jozef de timmerman. „Zo Jozef," zegt hij wat uit de hoogte. „Hoe staat het met de kist?" Jozef schuift eerbiedig een bankje aan en veegt het zaagsel eraf met zijn schootsvel. „Ga zitten, Zacheus. Het steekwerk is juist klaar, bevalt het u?" Zacheus bekijkt de panelen. Het is mooi werk, hij kijkt nu met meer ontzag naar Jozef en zegt: „Heel fraai, heel fraai." En meteen valt zijn oog op het cederhout. „Wat een prachtig hout heb je daar, Jozef. Had je geen cederhout toen ik mijn kist kwam bestellen? Dit heb je zeker voor nog rijkere klanten dan ik," zegt Zacheus met jaloezie. „Neen," zegt Jozef een beetje bedrukt, „maar dit cederhout was toevallig goedkoop, ziet u." De begerigheid van Zacheus is gewekt. „Ha," zegt hij, „maak er voor mij dan eens een mooie tuinbank van, Jozef. Het zal dan niet zo duur zijn," voegt de gierige Zacheus er aan toe. Jozef schrikt. Een tuinbank, zou er dan nog een bedje uit kunnen? Hij aarzelt even. Dan denkt hij: ja, het kan en het geld van de bank kan hij goed gebruiken en hij noemt zijn prijs, die laag is. Zacheus gaat met een slim lachje weg. Hij heeft zijn slag geslagen.
's Avonds verdeelt Jozef het hout zorgvuldig. Dat van Zacheus legt hij in de bergplaats en dan begint hij haastig en met veel liefde aan het bedje. Hij staat even in gedachten verzonken. Hij ziet het bedje voor zich, daarin het kind ..... Dan grijpt hij een tekenpotlood en begint de maten uit te zetten. Er zijn engelen om hem heen.
Vertrouw als Jozef op God: Hij zal je altijd helpen.