Jozef maakt het huis in orde

Maar Maria dacht ook aan Jozef, aan het huis, dat hij voor haar gereed maakte. Zij dacht aan zijn vermoeienissen en aan de liefde, waarmee hij alles deed. Zij was heel gelukkig als Jozef na zijn dagtaak op bezoek kwam bij de familie, waar Maria woonde, en Jozef vertelde dan uitvoerig, wat hij nu weer had gemaakt, hoe hij het had versierd en hoe hij hoopte, dat de tijd nu gauw voorbij mocht gaan die hij nodig zou hebben voor de rest van het werk. En Maria die vlijtig naaide en borduurde, keek met liefde naar Jozef op, die zo goed was. Hoewel Maria's hele hart aan God behoorde, groeide toch haar liefde voor Jozef, die zo rechtvaardig en Goed was.

Maar het liefst sprak Maria met hem over God, over de heilige boeken, over alles wat zij in de tempel gehoord had en dat zij als een kostbaar bezit had bewaard. Maria werd dan heel levendig en spraakzaam en haar ogen glansdenn en haar wangen gloeiden. Zij kon hele stukken van de profetieën opzeggen uit haar herinnering: die van Isaïas, Jeremias en de andere profeten. Vooral wat zij voorspelden over de Verlosser. Zij had het allemaal begrepen en onthouden.

En Jozef werd dan stil en keek naar Maria en zijn hart ging dan branden voor God. Tegelijk voelde hij zich onwaardig het heilige meisje te trouwen. Want zoveel als Maria wist van God, zoveel wist Jozef niet. Het maakte Jozef soms beangst en onzeker. Maar als Maria zijn twijfel bemerkte, dan bracht zij het gesprek weer op het huisje en vroeg zij belangstellend naar de bank die Jozef zou maken in de hoek van de werkplaats, waar Maria zou kunnen zitten met haar naaiwerk. Zij vroeg of Jozef hem ging versieren met houtsnijwerk, dat Maria zo mooi vond. Het was alsof Maria wist, dat zij later niet alléén op die bank zou zitten, maar met haar kleine Zoon, die God de Zoon zou zijn; met zoveel belangstelling vroeg zij ernaar.

Toch wist Maria nog niets van dit alles, maar het zou niet lang meer duren. De tijden waren vol. God had besloten, dat het uur gekomen was om de mensheid te gaan verlossen en de eerste vreugde ervan smaakten de engelen in de hemel. Dat komt in het volgende verhaal.

Kun je ook als Jozef en Maria doen wat een ander graag wil om die ander gelukkig te maken?